Schrijfhulp Academisch Nederlands
Gerealiseerd door het Instituut voor Levende Talen

Hoe werkt de Schrijfhulp?

De Schrijfhulp wil je helpen bij het schrijven van academische teksten en werkt zeer eenvoudig:

  • Open de Schrijfhulp en kopieer je tekst in het tekstvak (Plaats je tekst hier...).
  • Klik op één van de tabs (Tekst controleren, Tekst verrijken) en vervolgens op één van de opties (bv. STRUCTUUR EN SAMENHANG/Tekstanalyse).
  • De toepassing is klaar met de gekozen optie van zodra je de melding tekst verwerkt! ziet verschijnen boven het tekstvak.
  • Lees de achtergrondinformatie boven het tekstvak. Bekijk eventueel, voor de stukken tekst die gemarkeerd zijn, de commentaar die verschijnt als je met de muis over het woord, de passage in je tekst glijdt.
  • Corrigeer of pas je tekst aan in het tekstvak: de tekst is editeerbaar. Je aanpassingen gaan uiteraard mee naar de volgende optie die je kiest.
  • Kopieer je aangepaste tekst terug naar je tekstverwerker.


Let op!

  • Kopieer regelmatig je tekst met wijzigingen om te vermijden dat bij een technisch probleem je ineens al je aanpassingen kwijtspeelt.
  • Sluit je sessie af door op de link Gebruiker afmelden te klikken. Je tekst wordt dan uit de browser gewist.


Wat doet de Schrijfhulp?

De Schrijfhulp helpt je een idee te krijgen van het academisch gehalte van je tekst:

  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Tekstanalyse. Let op de complexiteitsindex voor je tekst en vergelijk die met de voorbeeldteksten.


De Schrijfhulp helpt je de interne coherentie van je tekst na te gaan:

  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Verwijswoorden. De woorden die gemarkeerd worden in je tekst verwijzen naar een reeds vermeld woord of idee. Kloppen alle verwijzingen?
  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Signaal- en structuurwoorden. De verbanden tussen de onderdelen in je tekst worden vaak expliciet weergegeven door woorden als omdat, bijgevolg ... Gebruik je die (voldoende)?


De Schrijfhulp helpt je een evenwichtige tekst te schrijven:

  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Frequente inhoudswoorden. Woorden die het onderwerp aangeven van je tekst zullen vrij vaak voorkomen en zeker in het begin van je tekst voorkomen. Is dat zo? Anderzijds kan die controle ook aangeven dat je te vaak dezelfde woorden gebruikt.
  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Vaak terugkerende patronen. Misschien ontdek je hier dat je je tekst te weinig varieert waardoor hij ook minder aangenaam leest.
  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Zinslengte. Zorg ervoor dat je zinnen niet te lang zijn zodat ze ook begrijpelijk blijven. Gebruik af en toe korte zinnen, maar vooral om de aandacht te trekken.
  • STRUCTUUR EN SAMENHANG/Alinealengte. Een alinea is een tekstblok met zinnen die inhoudelijk samenhangen. Over het algemeen staat in te korte alinea's onvoldoende inhoud en worden te lange alinea's vaak beter gesplitst.


Een wetenschappelijke schrijfstijl bereik je best door sommige woorden en formuleringen te vermijden:

  • STIJL/Formele en archaïsche woorden. Een wetenschappelijke tekst is geen ambtelijke tekst en streeft naar klaarheid.
  • STIJL/Omslachtig taalgebruik. Onnodige woorden en constructies die weinig toevoegen aan de inhoud van je tekst.
  • STIJL/Naamwoordstijl. Bepaalde substantieven worden soms beter vervangen door werkwoorden.
  • STIJL/Vage en algemene woorden. In een wetenschappelijke tekst geef je de informatie altijd zo precies mogelijk aan.
  • STIJL/Persoonlijk taalgebruik. Tenzij je een stagerapport of een reflectieverslag schrijft, gebruik je geen persoonlijke voornaamwoorden.
  • STIJL/Informele, spreektalige en gekleurde woorden. Wetenschappelijke taal is een apart register, sterk verschillend bijvoorbeeld van de spreektaal.

of spaarzaam om te gaan met bepaalde zinsconstructies:

  • STIJL/Passieven. Te veel passieven in je tekst maken het lezen zwaar.


De Schrijfhulp helpt je in je tekst een aantal fouten te corrigeren:

  • SPELLING/Spelfouten. De spellingchecker van de Schrijfhulp is krachtiger dan die van Word. Indien mogelijk worden er één of meerdere suggesties getoond. De spellingchecker markeert bovendien een aantal andere, zeer frequente fouten.
  • SPELLING/Aaneenschrijven of niet? In tegenstelling tot het Engels worden in het Nederlands samengestelde woorden in de regel aan elkaar geschreven. Er wordt ook aandacht besteed aan moeilijke gevallen zoals het verschil tussen ten slotte en tenslotte.
  • SPELLING/Afkortingen. Courant gebruikte afkortingen worden beter vermeden in academische teksten.


Wat kan de Schrijfhulp niet?
De Schrijfhulp duidt zeker niet alle fouten aan en vergist zich ook wel eens omdat taal nu eenmaal moeilijk te vatten is. Blijf daarom steeds kritisch. Lees aandachtig de suggesties. Denk goed na voor je iets aan je tekst verandert.

De Schrijfhulp werd ontwikkeld door het Instituut voor Levende Talen, het universitair talencentrum van de KU Leuven, in samenwerking met de VRT, de Taalunie en De Standaard.

naar de Schrijfhulp